Bedragen x € 1.000
Rekening | Begroting | Begroting | Raming | Raming | Raming | |||||||
2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |||||||
Lasten | 34.107 | N | 29.734 | N | 29.595 | N | 29.650 | N | 29.650 | N | 29.650 | N |
Baten | 28.152 | V | 25.306 | V | 25.306 | V | 25.306 | V | 25.306 | V | 25.306 | V |
Onttrekking reserve | 340 | V | 0 | N | 0 | N | 0 | N | 0 | N | 0 | N |
Gemeenten ontvangen van het Rijk een gebundelde uitkering (BUIG) voor het bekostigen van de uitkeringen in het kader van de Participatiewet, IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (levensonderhoud startende ondernemers) en voor de inzet van loonkostensubsidie op basis van een complex verdeelmodel. Deze baten zijn voor 2022 nog niet definitief (definitieve vaststelling volgt in oktober). Het bedrag wordt nog aangepast op basis van verwachte landelijke uitstroom en de stijging van het WML. Dit geldt ook voor 2023. Daarom is nog niet exact bekend in hoeverre de begrote netto uitstroom uit de uitkering van 5% in 2022 én 5% in 2023 leidt tot een beter resultaat in 2022 en 2023.
De begrote baten in 2022 en 2023 zijn gebaseerd op de laatste officiële cijfers van de BUIG (april 2022). De verwachting is dat het resultaat van 2022 en 2023 (respectievelijk nadeel van € 4,4 en € 4,3 miljoen) een duidelijke verbetering is ten opzichte van 2021 (nadeel van € 6,0 miljoen voor mutatie reserves). De begrote lasten in 2022 en 2023 zijn hierop aangepast. In de programmarekening en de perspectiefnota komt meer duidelijkheid.