Home

Financiën

Drie begrippen staan centraal in een beschrijving van de financiële positie: structureel begrotingsevenwicht,
weerbaarheid en wendbaarheid van de begroting.

Structureel begrotingsevenwicht
Het is een taak van de gemeenteraad om toe te zien dat de begroting structureel en reëel in evenwicht is. Niet alleen het begrotingssaldo per jaar is van belang maar ook het inzicht in structurele baten en lasten. In bijlage 1D 'Overzicht algemene dekkingsmiddelen' is het overzicht van incidentele baten en lasten opgenomen. Voor de jaren 2023 tot en met 2025 geldt, wanneer we de begroting 2023 en de meerjarenramingen schonen voor incidentele baten en lasten, de structurele lasten gedekt worden door structurele baten. Dat voor 2026 geen sprake is van het structureel evenwicht, dat is inmiddels meerdere malen toegelicht.

Weerbaarheid van de begroting

Kengetallen

Bedragen x € 1 miljoen

Ratio weerstandsvermogen,
reeks staat in tijdsvolgorde

PB 2020

PR 2019

PB 2021

PR 2020

PB 2022

PR 2021

PB 2023

Norm

A. Beschikbare buffers

45

49

45

50

60

64

81

B. Nodig voor opvangen risico's

38

33

39

31

20

19

20

Ratio (A/B)

1,2

1,5

1,2

1,6

3,1

3,3

4,0

> 0,8

Bedragen x € 1 miljoen

Algemene reserve 31-12

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Programmarekening

24

21

20

26

46

Prognose begroting 2023-2026

55

52

49

49

27

Norm: Bodem van € 10 miljoen in het laatste jaar van het meerjarenperspectief

De indicatoren die we gebruiken voor het meten van de weerbaarheid van de begroting scoren goed voor 2023, de weerstandsratio zelfs uitstekend. Het venijn zit in 2026 en de jaren daarna, die buiten de planperiode vallen. Op het moment dat de rijksinkomsten uit het gemeentefonds niet gerepareerd worden, dan kunnen onze buffers nog maximaal één keer zo'n groot negatief resultaat als 2026 opvangen en zijn ombuigingen noodzakelijk. Vandaar de benodigde alertheid om de ontwikkelingen op de voet te blijven volgen en waar nodig bij te sturen.

Wendbaarheid van de begroting

Kengetallen Programmabegroting 2023-2026

Omschrijving

Verloop van de kengetallen

PB 2022

PR 2021

PB 2023

MJB 2024

MJB 2025

MJB 2026

Netto schuldquote

60%

41%

51%

66%

73%

68%

Gecorrigeerde netto schuldquote

45%

27%

37%

52%

60%

53%

Solvabiliteitsratio

28%

32%

29%

29%

29%

32%

Structurele exploitatieruimte

2%

3%

4%

3%

4%

-3%

Grondexploitatie

25%

18%

18%

15%

15%

13%

Belastingcapaciteit

85%

85%

86%

86%

86%

86%

Met uitzondering van de structurele exploitatieruimte in 2026 blijven we binnen de vastgestelde normwaarden.

Bij het opstellen van de begroting is rekening gehouden met het beeld dat enerzijds incidentele bestedingsruimte aanwezig was en dat er anderzijds een soort van klem lag op het aangaan van structurele verplichtingen. In hoofdstuk 2 zijn bestedingsoverzichten voor nieuw beleid of intensivering van bestaand beleid opgenomen. Hierin treft u meerdere voorstellen waar voor een of twee jaar geld beschikbaar gesteld wordt om onderzoek uit te voeren of ontwikkelingen in gang te zetten. Daarna vindt, via de gebruikelijke weg, integrale afweging plaats hoe verder te gaan. Een vervolg betekent naar verwachting veelal een beslag op structurele ruimte en dus wendbaarheid van de begroting. In 2026 is die ruimte niet aanwezig, het kengetal structurele ruimte is negatief.

Bij de Programmabegroting 2022-2025 hebben we het begrip latente lasten geïntroduceerd. Toen werd aangegeven dat bij gemeenten op middellange en langere termijn onvoldoende budgetten voorhanden zijn voor vervangingsinvesteringen met daarbij een verhoogd risico op het genereren van achterstallig onderhoud bij gemeentelijke bezittingen. Dit effect komt niet tot uitdrukking in bovengenoemde kengetallen. In deze begroting zijn voorstellen opgenomen voor het versterken van het beheer van de openbare ruimte om de technische kwaliteit van kapitaalgoederen in stand te houden. De aflopende investeringskredieten van € 3 miljoen jaarlijks vanaf 2016 worden met deze begroting verlengd tot en met 2026 en opgehoogd naar € 5 miljoen jaarlijks.

Voor de grondexploitaties is geen normwaarde vastgesteld. We zien hier het gevolg van de in eerdere documenten genoemde lijn dat lopende projecten worden afgewikkeld waardoor de boekwaarde van de gronden in exploitatie verder afneemt. Afhankelijk van de wijze waarop Ede de woningbouwopgave en vraag naar bedrijventerreinen oppakt, gaat dit kengetal in de toekomst zeer waarschijnlijk stijgen en zo meer beslag legt op de wendbaarheid.  

Een harde normwaarde voor belastingcapaciteit is niet vastgelegd in een beleidsnotitie. Hoe lager de waarde, hoe groter de wendbaarheid van de begroting. In het Bestuursakkoord 'Samenwerken aan de toekomst' is opgenomen dat een percentage van 85% wordt gezien als ondergrens.

Zou 2025 het eindpunt zijn van de meerjarenraming, dan zou sprake zijn van een robuuste financiële positie. Het inbouwen van de remweg en (incidentele) ruimte om later deze bestuursperiode in te zetten, dragen in ieder geval bij aan het vergroten van de weerbaarheid en wendbaarheid van de begroting.

Deze pagina is gebouwd op 05/01/2023 11:40:44 met de export van 09/29/2022 15:33:51